dinsdag 16 december 2008

Met de bus is altijd een beetje reizen

Ik besluit in Vientiane de bus te nemen naar Pakse. Er zijn heel wat speciale toeristenbusaanbiedingen, slaapbussen etc. Maar ik opteer voor de lokale bus. Ik kan een zeer goeie prijs bedingen met een tuk-tuk rijder en ga voor 35000 kip naar het zuidelijk busstation. Er vertrekt om 11 uur een bus het is twee voor elf dus koop ik een ticket, drop m’n rugzak in het bagageruim en spring op de bus. Ik blijk de enige toerist te zijn. Achteraan is er op de voorlaatste rij plaats vrij, net voor een deur naar buiten die overigens niet gebruikt wordt waardoor ik extra beenruimte heb wat best comfortabel is. Er is zelfs een metalen buizenstel als trapleuning voorzien en airco! We zijn nog geen drie minuten weg en stoppen al. Broodjes-, kauwgom-, boeken- en fruitverkopers... iedereen loopt 2 à 3 keer tot einde van de bus om zijn of haar koopwaar te slijten. Een half uur later met een heleboel extra mensen en bagage rijden we verder. Het is een beetje onwennig, niemand spreekt engels. Op de achterbank doet een gast verwoede pogingen me iets uit te leggen maar ik kan slechts glimlachen en schouderophalend zeggen: “I don’t understand Lao”. De kerel laat het niet aan z’n hart komen en doet goed z’n best om iets uit te leggen. Uiteindelijk komen we tot de slotsom dat we beide naar Pakse gaan. Na een tijdje komt er een meisje naast me zitten. Ze spreekt een beetje engels. Joepie! De conversatie is hilarisch. En je hebt ook tussen enkele zinntjes door tien minuten om bij jezelf te overleggen wat je nu net hebt gezegd. Het gaat als volgt: na de gebruikelijke: “Where are you from etc...” "Do you have a wife?" En dan wordt er een yes of no antwoord verwacht, geen ingewikkelde gedachtengang. Ik antwoord yes en overleg met mezelf wat ik mogelijks gecommuniceerd heb.
Bij ons in België zou dit betekenen dat ik impliciet zeg lesbisch en getrouwd te zijn. Maar ik neem aan dat dit hier niet het geval is. Ik vraag me af of ze misschien denkt dat ik een man ben aangezien ik een lange broek en een hemd met lange mouwen draag. Dat het een hemd met vrouwensluiting is, is wellicht hier een onbenullig detail. Het is dan ook vijf dagen geleden dat ik nog een spiegel heb gezien. Ik had wel een kamer met douche & warm water en westerse wc pot- waar je trouwens wegens plaatsgebrek niet op kon zitten- maar geen spiegel. Zou ik ondertussen een baard hebben? Misschien vroeg ze gewoon ben je een vrouw? En dan was yes het correcte antwoord. Ervoor had ze al gevraagd of ik kinderen had waarop ik eenduidig no kon antwoorden. Na tien minuten mogelijkheden te hebben overwogen vraag ik haar:”Do you have kids?” Waarop ze volmondig yes antwoordt. Geïnteresseerd zeg ik:” Oh and is it a girl or a boy?” Waarop ze me serieus aankijkt en zegt:”Ok ;-)”. Het “Monthy Python” - of “In de gloria”- gehalte van de gesprekken neemt alsmaar toe en ik besluit dan ook maar te zwijgen alvorens de slappe lach te krijgen. Voor langere of kortere tijd zijn er (on)verklaarbare stops. Niemand spreekt engels dus ik waag me niet te ver van de bus. Als rond 15:00 de lunchstop genomen wordt neem ik slechts een portie sticky rice. Zij hebben allemaal vis of vlees en smullen naar hartelust. M’n buurvrouw biedt me enkele maal een stukje vlees aan wat ik vriendelijk lachend weiger. Ik wil geen darmproblemen onderweg... Ik weet nog steeds niet hoe laat ik op m’n bestemming zal zijn... Bij de volgende stop neemt m’n buurvrouw haar tas en zegt:” Bye bye, see you later!” Waarna ik ze niet meer weerzie. Even voor het donker stappen er een Zwitser en zijn vriendin op. Ze zitten vooraan in de bus. Om middernacht komen we eindelijk aan in Pakse. Het busstation is uitgestorven. Er is geen kat te zien. Geen tuk-tuk, niks. M’n buurman van de achterbank legt in gebarentaal uit dat de bus morgen om 5 uur verder gaat. En wat nu? Simpel, slapen op de bus. Voor het handvol mensen is dat niet zo erg, die passen immers met hun lijf op twee zitjes... Ik blaas m’n kussentje van Air Berlin op en leg dat ter camoeflage van de armleuning in m’n rug. Verder zet ik m’n koptelefoontje op met Norah Jones. Come away with me.... ik hoor de cd 2 keer maar slaap best lekker. De volgende ochtend is de ticketbalie nog niet open. Ik zie ook nergens m’n volgende bestemming in ons schrift. Nu naar het dorpje gaan en morgen of overmorgen terug naar hier daar voel ik niet veel voor. Ik wil direct verder reizen naar het Zuiden, naar de 4000 Islands. Dhong Khong is het grootste eiland. Ja wijst de busbegeleider op de bus waarop ik geslapen heb. Dat is de goede bus. Wel makkelijk is dat ik m’n bagage niet moet verslepen maar ik ben niet zeker. Gisteren de bus naar Pakse en vandaag naar Dhong Khong? Ik sta buiten een beetje de benen te strekken waardoor een tuk-tuk rijder denkt een vroege toerist/klant te hebben. Ik zeg dat ik naar Dhong Khong wil waarop hij spontaan naar m’n bus wijst. Gerustgesteld neem ik plaats. M’n vriend ligt nog op de achterbank te pitten. We vertrekken. Slechts een tiental mensen zijn overgebleven en hebben ook overnacht op de bus. Weer komen de nodige verkopers hun etenswaren slijten. Ik heb nog een baguette met jam die ik daags voordien had gekocht en het smaakt. M’n vriend probeert weer een praatje te maken. Hij koopt een bussel witte rapen voor ontbijt? Ik draai me om en vraag waarvoor het dient. Hij toont me dat je ze pellen kan als een banaan, je trekt aan het wortelsteeltje en krijgt dan een sappige witte vrucht. Ik krijg een behoorlijk grote knol en eet het beleefd helemaal op. Onmiddellijk vult hij een plastic zakje met nog enkele exemplaren voor onderweg. Ik bedank vriendelijk. Heb geen idee wat het juist is en wil m’n buik niet ontregelen. Hij lijkt niet beledigd. Dan vindt hij een muntstuk op de grond. Ik heb geen idee waar vandaan, denk Vietnam. In Laos en Cambodja kent men geen kleingeld dus hij kijkt ernaar alsof het een schat is. Ik haal m’n portemonnee boven en toon hem een 1€ muntstuk. Ik wil het hem geven maar als hij hoort dat het 10000 Kip waard is geeft hij het terug. Ik kijk geregeld in m’n Lonely Planet om te zien waar we zouden kunnen zijn. Toon hem op de kaart waar ik naar toe wil. En dan realiseer ik me dat hij waarschijnlijk ons schrift niet kent als hij überhaupt al lezen en schrijven kan... Ik vraag hem of hij het boek graag inkijken wil. Het zijn vooral de foto’s die hem boeien. Af en toe herkent hij iets en ratelt er maar op los. Ik lees het onderschrift bij de foto en dan knikt hij goedkeurend en brabbelt verder. Na een tijdje stopt de bus weer langs de kant van de weg. Ik ga na een kwartier een kijkje nemen en de busbegeleider heeft m’n rugzak naast de bus gelegd en gebaart dat ik er af moet. Ik stap op om m’n spullen bij elkaar te zoeken. En denk van dat kan toch niet er is hier geen water als een “echte” lokale bus halt houdt achter de onze. Ik ga als enige op hun bus en een tiental mensen nemen plaats op de mijne. De kerel van de achterbank komt me persoonlijk uitzwaaien, met een smile van hier tot in Tokio, wel grappig. Ik vraag me af wat die thuis vertellen gaat... We rijden en zetten een oude man af aan een weggetje waar z’n kleinkinderen hem blijkbaar opwachten. Dit is een “echte lokale bus”: de stoelen rammelen en hebben niet allemaal een zitvlak en vooraan in het midden van de bus hangt een oude tv waaruit luid karaoke muziek schalt. De deuren blijven tijdens het rijden geopend en het stof waait door de raampjes naar binnen. Ik vraag me af hoelang ik onderweg zal zijn als we na een kwartiertje stoppen aan de waterkant. De meeste mensen stappen uit. Ik dus ook. We moeten wachten op de “overzetboot”, een soort varend platform waar de bus juist op past. Ik vraag me af of je moet instappen of niet als ik zie dat de meeste mensen instappen. Ik aap maar na en neem weer plaats.
Op het eiland word ik op de toeristenplek gedropt en kan m’n zoektocht naar een slaapplek beginnen. Ik ben voor de “normale” lading toeristen en heb keus genoeg. De luxe bus zou 300000 kip hebben gekost en sta er nu voor 170000 kip, de onzekerheid en het avontuur zijn gratis.

Geen opmerkingen: