maandag 8 december 2008

Mahout of olifantendrijver cursus

Na veel rondslenteren in het charmante stadje Luang Prabang is het hoog tijd om iets actiefs te doen. Er is een groot aanbod van trekkings en daguitstappen. Eén trekt m’n bijzondere aandacht:”Mahout” of olifantendrijver cursus:”2 days one night!” afficheert het reclamepaneel. Het is 90 dollar, best prijzig maar ik besluit het toch te doen. Om 9:30 word ik opgehaald aan m’n guest house. Bij het reisagentschap pikken we twee mensen op. Ze blijken van Tsjechië te zijn, moeder en zoon. Eerst droppen we onze spullen in onze luxueuze bungalow met twee tweepersoonsbedden. Dan varen we terug naar de overkant om een ritje op de olifant te maken. Het begint in een houten stoeltje wat ik best comfortabel vind. Maar daar ik alleen ben kan ik ook pal in het midden plaats nemen. De koppels vertellen achteraf dat in het stoeltje het veel enger was dan tussen de oren van de olifant. Na een tijdje in de jungle gestapt te hebben vraagt de mahout of ik naar voor wil komen. Ik kruip tussen de olifant z’n oren en moet zeggen het is best aangenaam. M’n benen liggen op de olifant z’n kop en verder raak je er ook je handen kwijt om op te steunen. Z’n kop zit vol stugge zwarte haren.‘t Lijkt wel een dunbezaaid stekelvarkentje met haarproblemen. Deze spieren gebruik ik niet veel en dat voel ik, dus na een tijdje laat ik m’n benen bungelen naast z’n kop. Terug in het olifantenkamp stappen we af op een speciaal daarvoor gemaakt platform. Tijdens de lunch ontmoeten we nog een ander koppel. Die zijn op eigen kracht met hun motorfiets gekomen. Ze hebben hun hebben en houden verkocht, hun job opgezegd, zijn al vier maand onderweg en zijn van plan er nog een jaartje bij te doen. Hun motorfiets hebben ze tien dagen tevoren in het noorden van Vietnam gekocht. Een Minsk als ik het goed onthouden heb. Ze reizen samen met hun twee rugzakken van 20 kg. aan een gemiddelde van 35 km/u. De maximumsnelheid in ideale weg omstandigheden is 50 km/u. Het blijken toffe mensen. Zij (Mathilde) is een Française die opgegroeid is in Spanje en hij (Veri) is een Spanjaard. Samen hebben ze vier jaar in de States gewoond. Sinds ze vertrokken heeft hij z’n haar nog niet geknipt en evenmin z’n baard. De olifantendrijvers noemen hem dan ook spontaan Ho Chi Min. Na de lunch krijgen we les in olifantencommando’s. Rechtdoor , linksaf, liggen.... Hoe goed je de begrippen ook beheerst, het is een illusie dat je die dikhuid wat te vertellen hebt. Jij zegt krachtig PAI, PAI wat rechtdoor beduidt en merkt dan in je achteroog dat de drijver kleine voetbewegingen doet waarna je inderdaad rechtdoor gaat. Na een ritje door de jungle ga je naar de overkant en mag je de olifant baden. De mijne spettert lekker water in het rond maar m’n mahout wil blijkbaar niet nat worden en brult als een gek. Ik heb niet de indruk dat de olifant zich er veel van aantrekt. Zo’n olifant kan honderd jaar worden. Mahout word je van vader op zoon. Hoe zit het met de vrouwen, vragen we direct met onze vrouwvriendelijke ingesteldheid. Neen, die hebben niet genoeg kracht zo verzekert de gids ons. Overtuigd dat hun mannelijke ego de tientonner zal stoppen...Wij vrouwen wisselen een blik van verstandhouding en laten hem maar in de waan. Dan gaan we met een bootje naar de graftombe van Henri Mahout, (1829-1861) een Franse ontdekkingsreiziger die daar gestorven is. Hij heeft de tempels van Angkor in Cambodja ontdekt. En dan als de zon bijna onder is en quasi geen warmte meer geeft gaan we tubing doen. Helena, de Tsjechische vraagt wat ik denk dat het is. Ik zeg in een tractorband het water op. Ah, haar zoon dacht snorkelen... Ja, je ademt toch door een tube (een buis),vandaar zijn zienswijze... We dobberen 40 minuten op de Nam Kham River, een zijrivier van de Mekong en kunnen nog net aangenaam douchen zonder warm water. De badkamer is letterlijk “shower and toilet outside”. Om 18 uur gaan we eten. Tegen 20 uur trekken de meesten naar hun bungalow. Ik blijf nog een uurtje met Helena kletsen die virologe is en in Afrika vrijwilligerswerk heeft gedaan. De volgende ochtend staan we om 6:45 paraat om onze olifant te begroeten. We maken een ritje op hem en mogen hem vervolgens nog eens baden. Ik bedank. Helena heeft haar mahoutuniform gedroogd door het ‘s nachts aan te trekken wanneer ze gaan slapen is. Een trucje dat ik van trekkings ken maar geen haar op m’n hoofd heeft eraan gedacht dit te doen. M’n uniformbroek hangt dan ook kletsnat op het balkon. En ‘s ochtends heb ik gewoon m’n eigen droge lange trekkingbroek aangetrokken waarin ik om kwart na zeven niet van plan ben te gaan pootje baden met m’n olifant. Veel te koud! Er hangt mist van de dauw en op de bungalow vallen druppels naar beneden waardoor het precies regent. Na zoveel moeite te hebben gedaan haar kleren te drogen gaat Helena dan ook daadwerkelijk het water in met haar olifant, alsook haar zoon. Deze rit is minder aangenaam daar m’n olifant z’n kop veel lager is omdat ze continu met haar slurf op zoek is naar wat lekkers. Na het baden is het onze beurt om lekker te ontbijten. Voor de rest van de dagactiviteiten heeft iedereen kajakken gekozen op Helena na. En dan zegt de gids doodleuk dat er een praktisch probleem is. Vier personen schreven zich in om te gaan kajakken en één iemand wil gaan wandelen maar ik kan me niet in stukken delen dus gaan we allen wandelen, naar de waterval én kajakken. Ik had bij m’n inschrijving begrepen dat we in het naar huis rijden langs de waterval passeerden en het logisch was daar halt te houden. Soit. Tot nu toe heb ik bewust vermeden om een trekking naar een dorpje te doen, daar het me onaangenaam leek, alsof men naar de mensen gapen gaat als in een zoo. Achteraf gezien is het echter een fijne dag. De wandeling in de jungle is mooi maar 't is best heet. Aangekomen in het Khmu dorp ben ik niet gaan rondgapen maar direct met Veri en Mathilde naar de lunchplek gegaan. Na onze sticky rice te hebben genuttigd, wandelen we naar de Tad Sae waterval. Een geheel van kleine versteende hoogteverschillen tussen bomen die best glibberig zijn maar waarop je, na je eerste onwennigheid te hebben overwonnen, voorzichtig stappen kan. Als je dan een goeie plek gevonden hebt kan je naar beneden springen als je durft. Ik vind een plek waar ik zelfs niet kan staan en naar hartelust kruip-klimmen we naar boven en springen naar beneden. Achteraf wil de gids weten waarom we persé daar gaan spelen zijn aangezien het de plek is waar de olifanten baden... Dat had hij misschien op voorhand kunnen zeggen?! Na een klein uurtje moeten we opstappen om te gaan kajakken. Ik deel samen met de gids een boot en mag niet achteraan zitten. Klant is koning, kent men in Laos niet. Volgens de gids beschik ik niet over de nodige ervaring. Beledigd zeg ik dat ik onder andere al Canada kajakte op de Pacifische Oceaan en in Alaska. Achteraf snap ik waarom hij absoluut achteraan wenste te zitten . Ten eerste kan hij sturen en heeft zo de touwtjes in handen. Ten tweede heeft hij zo de meeste kans droog te blijven. Samen kajakken is voor koppels een goede relatietest. Ik denk dat het net zoiets is als een Ikea kast monteren. Telkens ik eens goed gas geef, corrigeert de gids al abrupt remmend de route. Zal ik mijn nikkel maar afdraaien! Het stoort me. Vooral het pedante, deze rivier ken ik beter dan jij, dus is het evident dat ik stuur. Ik besluit het niet aan m’n hart te laten komen en leg dan ook geregeld ongegeneerd de peddel even terzijde. Na een tijdje is hij toch nieuwschierig naar m’n kajakervaring. Hoe is het in om in Canada te kajakken? En als ik uitleg dat je in Alaska ook soortgelijke rivieren hebt maar geregeld gletsjers tegenkomt en azuurblauwe ijsschotsen, wordt het even stil achter me. Brrrr, veel te koud!!! Het is fijn om het leven aan de waterkant te observeren. Vissers komen met hun kleine platte bootjes aan om hun netten uit te werpen. Aan de oever staan vrouwen en kinderen zichzelf of hun kledij te wassen. Buffels komen er drinken. Dankzij de gids zie ik er één net met z’n kop boven water staan. Als hij er me niet op gewezen had, zou het me compleet ontgaan zijn. Iemand dacht dat het een stuk hout was... Ik vraag waarom er hekjes zijn gebouwd aan de moestuinen. Dat is om de buffels buiten te houden die goeie zwemmers zijn. Mensen brengen in bootjes keien, die ze uit de rivier halen, naar de waterkant en laden deze in grote vrachtwagens. Ze zijn bestemd voor de bouwsector. Ik merk op dat er, in de aan de waterkant overhangende bomen, plastiek zakjes en afval hangt. Tot daar stijgt het waterpeil dus in het regenseizoen. Indrukwekkend. Je kan het je bijna niet voorstellen. De moestuintjes zijn dan onbestaand. “Kan men dan vissen?” vraag ik geïnteresseerd. “Natuurlijk niet.” lacht de gids uiterst geamuseerd met deze in zijn ogen domme opmerking. Na een uurtje kajakken bereiken we de bungalowplek. Helena en haar zoon worden een beetje nerveus want ze moeten om 17:30 de nachtbus nemen. Volgens de gids geen probleem. We rijden in de minibus terug naar Luang Prabang. Ik vraag me af of het gelukt is, daar we ze om 17:20 pas afgezet hebben aan hun opstapplek... ‘s Avonds spreek ik met Mathilde en Veri af om samen te gaan eten. We wisselen foto’s uit. Ik neem m’n verzameling films mee en ze zetten voor zover ze plaats hebben op hun harddisk, het eerste seizoen van Prisonbreak.

P.S. Een goeie week later, loop ik Mathilde en Veri tegen het lijf in Vientiane. Ze zijn verslaafd aan hun nieuwe serie en hebben de avond voordien hun laatst beschikbare aflevering gezien. “Dat doen we niet meer!”meent Veri. “Ik geloof er niks van” zegt Mathilde.”“ Indien we Francine treffen, slaan we beslist de volgende afleveringen op.” Zo gezegd, zo gedaan. Ik krijg van hen een programma om van je foto’s panoramafoto’s te maken en we installeren Picasa op m’n computer.

Geen opmerkingen: